5// Ons ABC van Turkije telt 2 K’s

3 Weken Turkije brengt een hoop ervaringen met zich mee. Om dit een beetje overzichtelijk te houden gieten we het in een ABC.

Ayran. Lokale drinkyoghurt, onafscheidelijk bij eender welke type kebab.

Belçika. Het antwoord op de meest gestelde vraag hier.

Cay. Of thee, wordt hier met liters per dag gedronken. Ze smijten er bijna mee naar je hoofd. Zelfs na een tankbeurt klinkt het: ‘Cay?’. En zo hebben we er al meer theekransjes in tankstations opzitten dan dat er wc’s zijn met toiletpapier (dat neem je best zelf mee) .

Daktent. De daktent doet het top, regen en koud doen ons weinig maar wind is een ander verhaal. 100 Db flapperende tentdoek helpt niet voor een goede nachtrust. Net als te dicht bij de minaretten van de Moskee staan (cfr. Iman).

Enkele nieuwe stenen. We voegen natuurlijk ook enkele nieuwe stenen toe aan onze collectie. Ala Daglar en Kaçkar zijn indrukwekkende gebergtes maar we zijn hier in het foute seizoen (cfr. Sneeuw). We kunnen wel enkele stratovulkanen toevoegen aan ons lijstje: Hasan, Nemrut en, de eerste 4000-er, Suphan Dagi.

Firini. De broden in de bakkerijen komen hier kraakvers uit de oven. Voor 1 Turkse Lira (0,15€) heb je hier een klein brood, wat voor Sil goed is voor 1 maaltijd. 

Gastvrij. Het is waar, mensen zijn hier heel vriendelijk en gastvrij. Eigenlijk zijn we zelfs geen enkele slechtgezinde Turk tegengekomen. Iedereen begroet elkaar. En in iemand zijn weide kamperen is nooit een probleem. Daarbovenop bieden ze je altijd een tasje thee aan.

Herders. Herders met schaapjes, geiten of koeien zijn niet weg te slaan uit ons dagbeeld. Omheinde velden bestaan hier niet. Overal om ons heen zijn herders op pad met hun dieren. We zitten natuurlijk ook veel in de bergen..

Iman. We kunnen hem al bijna niet meer missen. 6 Maal per dag, van s’ochtends veel te vroeg tot s’avonds veel te laat, schalt hij door de microfoons van de minaretten. Als er geen Moskee in de buurt is hangen er toch microfoons zodat ook de mensen hier deze pret niet missen. Als we vragen wat er gezegd wordt krijgen we als antwoord dat het in het Arabisch is en de turken dit ook niet allemaal verstaan. En helaas, het is niet live maar een bandje en dus een elektronische Iman die de horen.

Jandarma. Het valt op, hoe oostelijker we gaan hoe talrijker en zwaarder bewapend de Jandarma is. Uitzonderlijk vervoer rijdt hier rond met tanks. Controle posten zijn versterkte burchtjes. Als ze ons zien neemt hun nieuwsgierigheid de overhand. Maar al te graag vragen ze lachend onze paspoorten, terwijl er in de achtergrond selfies worden genomen met de 4×4.

Kebab. Naast Cay en gastvrijheid niet weg te slaan uit de Turkse samenleving. Je hebt ze in alle geuren en kleuren: Adana, çig, döner, fıstıklı, patlıcan, şiş, … De hemel voor elke vleeseter.

Koerdistan. Een deel van Turkije dat de Turken ‘Eastern Anatolia’ noemen en de Koerden ‘Koerdistan’. We merken dit voor het eerst wanneer ons de afstand van Brussel naar Koerdistan wordt gevraagd in een tankstation. Er heerst alleszins een ander sfeertje, wat misschien niet moeilijk is met de uitdrukkelijke aanwezigheid van de Jandarma. Ze kennen hier weinig toerisme, wat voor veel staren zorgt. Maar de gastvrijheid blijft, we worden uitgenodigd op een leuk theekransje na een dagje toerskiën. De wederzijdse nieuwsgierigheid is groot.

Luchtballonen. Met 10-tallen hangen ze in de lucht boven de valleien van Gorëme. Elke dag start het hele circus opnieuw rond 5u30. Een uurtje later hangen ze allemaal in de lucht en om 7u is het precies of er nooit iets gebeurd is. Het is een gigantische business: 170€ per vlucht × 20 personen per ballon × 80 ballonnen = 272 000€ hangt er elke dag in de lucht maar het schouwspel is fantastisch!

Majoor Savaş. We moeten ons registreren bij de Jandarma als we op Mount Suphan willen. Na het aankloppen bij de kazerne eindigen we bij de hoogste in rang van het stadje, Majoor Savaş. Ze nemen de zaak hier veel serieuzer dan we dachten. Hierna volgt een soort sollicitatie gesprek, met de nodige çay, of we wel bekwaam genoeg zijn. Natuurlijk slagen we!:D Maar daar stopt het niet, we krijgen de gsm nummer van de majoor en de volgende twee dagen zorgt hij ervoor dat alles feilloos verloopt: er wordt een campingplek en parking geregeld. En bij terugkomst ook een douche! Bedankt Majoor!

Nike-loopbroek. Het openbaar leven in Centraal en Oost Anatolië is voor de mannen. In het begin hebben we dit nog niet zo door. Maar eens we het door hebben kunnen we er niet meer omheen. Er is in de dorpen veel volk op straat maar je ziet amper, echt zelden, vrouwen. De terrasjes zitten vol theedrinkende mannen en alle winkels/restaurantjes worden uitgebaat door mannen. Wanneer we in een dorpje aankomen voel je alle ogen op ons vallen. Tine is plots de enige vrouw in het straatbeeld. Als je om je heen kijkt betrap je mensen/mannen erop dat ze staren. Natuurlijk ook omdat we, de enige, toeristen zijn. Iedereen is altijd heel vriendelijk en groet ons enthousiast maar we willen overtollige aandacht vermijden en dus gaat de comfortabele Nike-loopbroek even aan de haak en wordt omgeruild voor een losse flodderbroek. Gelukkig dat het nog koud is en dat er van topjes sowieso geen spraken is (cfr. Regen en Sneeuw).

Ondergrondse steden. Er blijken in Centraal Anatolië veel christenen te hebben gewoond in de middeleeuwen. Gemotiveerd door de angst van vervolging hakte ze, zeer gedreven, ondergrondse steden uit om in te schuilen. Daarnaast vonden ze ook nog de tijd (en goesting) om tientallen kerken en woningen uit te houwen in de rotsen boven de grond.

Persvrijheid. Geen Wikipedia hier, en zelfs onze eigen site wordt in het grootste deel van Turkije geblokkeerd. Naughty, naughty, Erdogan!

Q-music. Q-music luisteren we niet, wel ‘Tine en Sil in de mix’ en de luisterboeken van Harry Potter 1-7 houden ons ook zoet.

Regen. We hadden het op voorhand niet gedacht maar het heeft hier gegoten, aprilse grillen die België volledig waardig zijn. We wisten het niet maar april is de regenmaand bij uitstek in Anatolië. Geen topjes, T-shirts of shortjes maar regenjassen en mutsen.

Sneeuw. Het tussenseizoen speelt ons ook parten. De sneeuw is te slecht om nog te skiën maar langs de andere kant ligt er nog te veel sneeuw om te wandelen. We zijn gedwongen om in de valleien te blijven waar het giet (cfr. Regen).

Toeristenval. Jawel, we laten ons vangen. En dan nog op de meest voor de hand liggende plaats, de Grand Bazaar van Istanboel. De theeverkoper legt ons helemaal in de luren. Nog geen 10 minuten later zijn we de trotse eigenaar van een zak thee, van, jawel, 15€. Ter verdediging, het is wel zeer lekkere fruitthee en ongetwijfeld heel speciaal, en nog best veel, echt waar. Maar dus, les geleerd.

Uitgestrekt. Eénmaal Ankara gepasseerd rijden we door uitgestrekte vlaktes en bergen. Om het uur passeren we een gehuchtje, waarvan we niet zeker zijn of het nog bewoond is of niet. Plots passeer je dan een miljoenenstad, bestaand uit een bos appartementsgebouwen.

Vlindertjes. Het is vlinderseizoen in Turkije, ooooh. Ze dwarrelen hier met 1000-den in het rond, oooh. Wanneer je echter aan 100 km/u over de snelweg rijdt, veranderen ze in een gele smurrie op de voorruit, oh. We dopen de 4×4 om in ‘the butterfly killing machine’.

Wildkamperen. We staan op het einde van de weg in een rustige vallei. Juist voor we gaan slapen doemt er een koplamp op vanaf de weg. Even later staat er een bezweten 60-jarige herder aan onze tent. Hij heeft gelopen. Engels spreekt hij niet maar het is allemaal geen probleem. Hij komt alleen even dag zeggen. Nog geen 5 minuten later verdwijnt hij terug in het donker. Of, we staan op een uitkijkpunt in Cappadocië om s’ochtends de luchtballonen te zien, ver weg van het dichtstbijzijnd dorp. Er stopt een auto naast de 4×4. Tegen de tijd dat we uit de tent zijn, heeft hij al geroepen: ‘My garden, but no problem’ en binnen de 10 seconden is hij terug weg. We vragen ons verbaasd af of hij nu helemaal naar hier is gereden om dat te zeggen of de tent aanzag voor een luchtballon van een concurrerend bedrijf. Of, herder Yusef, die ons ‘s ochtends maar al te graag vergezeld bij het ontbijt. We staan blijkbaar in zijn weide, maar geen probleem. En zo gaat het door. De Turken zijn nieuwsgierig en komen graag even kijken maar het is nooit een probleem. Ze vinden het eerder geweldig en dat vinden wij ook, al is het wat wennen als er plots mensen opduiken aan je tent wanneer je denkt dat je in ‘the middle of nowhere’ staat.

Xanthos. Hier zijn we niet geweest.

Yoghurt. Koop je hier niet in potjes maar in emmers van 2L, die maar net in onze ijskast passen.

Zee. Juist voor we Georgië binnenrijden komen we aan de Zwarte Zee. En komt de zon er eindelijk terug door! Dat beloofd!